Vijf onwaarheden over wendbaarheid
14 aug 2025
Vijf onwaarheden over wendbaarheid
Er is een moment in elk overleg waarbij de strategie (of het ontbreken ervan) van een bedrijf ter sprake komt, waarop iemand (vaak de directeur) achterover leunt, glimlacht en zegt: ‘Ach, geen zorgen. Wat er ook gebeurt, wij zijn hartstikke wendbaar.’ Iedereen knikt dan, want het voelt best fijn en klinkt erg volwassen… wendbaar. En het is vaak… onzin.
Ik heb het zelf vaak genoeg geroepen. Meestal vlak voordat er iets onverwachts gebeurde en we in paniek een plan bij elkaar moesten puzzelen met ducttape en een volgeklad whiteboard.
Wendbaarheid is een conditie. En zoals bij fysieke conditie: hoe minder je eraan werkt, hoe meer je jezelf overschat. Hier zijn vijf onwaarheden die ik er vaak over hoor voorbijkomen.
‘We zijn wendbaar, want we hebben een plan B.’
Het hebben van een plan B is prima… tot de werkelijkheid besluit naar plan F te springen. Het hebben van een alternatief is geen wendbaarheid, het is het hebben van een tweede, vaste route. Echte wendbaarheid betekent dat je kan bijsturen zonder dat iedereen in je bedrijf drie dagen nodig heeft om te herstellen van de schrik.
‘Onze mensen zijn flexibel, dus mijn bedrijf is dat ook.’
Dat is alsof je zegt dat je auto betrouwbaar is omdat de bestuurder goed kan lopen. Flexibele mensen zijn goud waard, maar niet als je ze als smoes gebruikt. Als processen traag zijn, de besluitvorming log, en elk idee door vijf lagen moet (waarna jij het, als directeur, omdat je het al heel lang doet, alsnog afschiet), gaat flexibiliteit verloren aan noodoplossingen. Uiteindelijk branden de flexibele mensen op en blijft je bedrijf achter met in-flexibiliteit én een personeelsprobleem.
‘We besluiten snel en voortvarend.’
Zei de held, de geharde blik op zijn aantrekkelijke gelaat gevestigd op een punt aan de horizon dat alleen hij lijkt te zien. Klinkt stoer. Maar snelheid zonder visie is niks meer dan professioneel zigzaggen. Zat bedrijven die elke week ‘snel en doortastend’ besluiten nemen, en elke week iets anders. Resultaat: iedereen is druk, niemand weet waarom.
‘We volgen de markt.’
Dat klinkt bescheiden, verstandig zelfs. Maar volgen is ook: per definitie achterlopen. Je bent de wielrenner die slaafs in het peloton blijft, tot de kopgroep uit zicht raakt. Wendbare bedrijvenn als de renners die op tijd voelen wanneer het tempo omhoog gaat en alvast hun benen opwarmen..
‘We kunnen op ieder moment opschalen of afschalen.’
Op papier lijkt dat makkelijk. In het echt zit je vast aan leveranciers, contracten, onmisbare teamleden en een cultuur die elk nieuw idee eerst drie maanden laat marineren. Schaalbaarheid is minder een kwestie van systemen dan van lef om dingen sneller te doen dan je comfortabel vindt.
Geen modewoord
Wendbaarheid is geen modewoord en geen zelfbeeld, het is een spier. Als je die niet traint, wordt hij slap. Als je hem overbelast, dan scheurt hij. Mocht je één of meer van deze onwaarheden herkennen: welkom bij de club. Het is geen schande. Het enige écht gevaarlijke is geloven dat je wendbaar bent, terwijl je in werkelijkheid vooral goed bent in jezelf dat wijsmaken.